Daar zat ik dan, ergens in Noord-Italië op een stoep. Als een pudding in elkaar gezakt. Het voelde alsof ik geen lucht meer kreeg en er duizend kilo baksteen op mijn borst drukte.

Stress – herken de fysieke signalen

Stress – herken de fysieke signalen

Wie voortdurend meer dingen te doen heeft dan er uren in de dag zitten, kan een akelig opgejaagd gev...

Lees verder

Het happen naar zuurstof ging gepaard met hysterisch huilen. Een klassieke paniekaanval; alleen wist ik dit op dat moment nog niet. Ik liet het maar over me heen komen, een andere optie was er niet.

De maanden ervoor voelde ik me al niet helemaal mezelf. Ik vond het altijd heerlijk omgeven te zijn door zoveel mogelijk vrienden, gezellig borrelend in een kroeg in Amsterdam. Maar ineens was boodschappen doen in de Albert Heijn al een crime.

‘Je moet proberen te ontspannen,’ zei de huisarts – die dacht dat ik overspannen was. ‘Nou, ik kom net van een maand Bali, dat lijkt me niet,’ zei ik spottend. Totaal blind voor wat er aan de hand was, terwijl ik sinds enkele dagen spierpijn tussen mijn ribben had van het continue hyperventileren.

Het ‘vonnis’

Ik probeerde met man en macht te ontspannen, maar ik wist niet hoe. Het lukte gewoon niet. Ik besloot alleen op pad te gaan, even weg uit Amsterdam en vertrok voor een maand naar Italië.

Op naar het land van de kunst van het nietsdoen, la dolce far niente. Kom maar door met dat niksen, dacht ik. Als ik het ergens kan leren, moet het daar zijn.

Maar ik liep als een kip zonder kop rond. Zo vergat ik op de heenreis al mijn koffer mee te nemen naar Schiphol en kwam ik in Italië met regelmaat zonder mijn portemonnee of de juiste boodschappen thuis. Dingen die volkomen logisch waren of simpel uit te voeren, kon ik niet opbrengen. Zoals tien minuten fietsen of onthouden welke dag het was.

Huilbuien zonder aanleiding

Eenmaal terug in Nederland was er helemaal niets verbeterd. Ik had last van huilbuien zonder concrete aanleiding, sliep nauwelijks en was elke ochtend om vijf uur klaarwakker. Ik was helemaal op, maar stond door de adrenaline zó ‘aan’ dat ik geen rust kon vinden. En daar werd ik zo wanhopig van dat ik niet meer wist wat ik met mezelf aan moest.

Drie weken later werd ik doorverwezen naar een GZ-psycholoog en kreeg daar het onontkoombare ‘vonnis’: burn-out. Opgebrand, leeg. Vol ongeloof fietste ik naar huis en herhaalde de woorden een paar keer in mijn hoofd: ik heb een burn-out, ik-heb-een-burn-out. Hoe dan?

Wandelend hoofd

Ik moet eerlijk bekennen dat ik het fenomeen burn-out nooit zo goed begreep. Ik dacht dat burn-outklachten voornamelijk mensen troffen die wat ‘kwetsbaarder’ zijn. Niet goed tegen (werk)druk kunnen, neurotisch aangelegd en snel in paniek. Mensen die nou eenmaal wat minder gewend zijn.

Maar ik? Ik noemde mezelf de nuchterheid zelve. Wat ook maakte dat ik nog nooit had nagedacht over hoe ik mijn leven leidde. Hoe ik als zzp’er leefde van opdracht naar opdracht en zelfs de weekenden doorwerkte. Hoe ik sjeesde van de ene sociale verplichting naar de volgende en het antwoord ‘nee, ik kan niet’ geen optie was.

En dat ik nooit stilstond bij wat ik daar zelf van vond. Ik was een wandelend hoofd, wat er nu kennelijk voor had gezorgd dat ik alle signalen die mijn lichaam gaf negeerde en doorging tot het bittere eind.

Altijd bereikbaar

Volgens onderzoeksbureau TNO kregen 1,3 miljoen werkenden in 2018 te maken met burn-outklachten. ‘We laten ons makkelijk meeslepen door een maatschappij waarin alles snel gaat en – bijna – alles kan,’ zegt GZ-psycholoog Jorien Spruit, die veel mensen met burn-outklachten begeleidt.

‘Steeds meer bedrijven verlenen 24/7 diensten, dus wordt vaker van mensen verwacht dat ze ook buiten kantoortijden werken en bereikbaar zijn. Op social media zien we ondertussen wat er allemaal mogelijk is aan producten, banen, studies en persoonlijke ontwikkeling.

Bedrijven en zzp’ers gebruiken social media bovendien om klanten te werven en zich te presenteren. Dat kan bijdragen aan het idee dat je dat allemaal ook moet doen.’

Daarnaast kunnen eigenschappen als ambitie, verantwoordelijkheidsgevoel, betrokkenheid en perfectionisme mensen kwetsbaarder maken voor een burn-out. Net als de manier waarop ze omgaan met problemen en stressvolle situaties. Spruit: ‘Wie alles perfect wil doen, zal vaker en langer doorgaan dan iemand die het al snel goed genoeg vindt.’

Stilstaan, maar hoe?

Vanuit de GGD begon ik een online burn-outmodule en besprak eens in de twee weken mijn voortgang met een GZ-psycholoog. Daarnaast wilde ik beter begrijpen wat er allemaal gebeurde in mijn brein en begon er boeken over te lezen.

Burn-outklachten zijn niet bij iedereen hetzelfde, maar de meest kenmerkende zijn: een disfunctionerend kortetermijngeheugen, verminderd cognitief vermogen en emotionele labiliteit. Burn-out is letterlijk een overbelasting van de hersenen.

Vermoeidheid test: ben je gewoon moe of te moe?
TEST
Doe de test »

Vermoeidheid test: ben je gewoon moe of te moe?

Overgevoelige hersenen

De chronische stress verandert ook de structuur van het brein, zo bleek uit een onderzoek aan de Amerikaanse Berkeley universiteit. De overmatige stress zorgt ervoor dat de hersenen krimpen en overgevoelig worden voor stressoren.

Zelfs de kleinste prikkels kunnen in die staat al een paniekaanval oproepen. Gelukkig is dit omkeerbaar, maar daarvoor is rust nodig.

De psycholoog stuurde me naar huis met de opdracht drastisch gas terug te nemen: stoppen met werken, sporten, sociale afspraken – alles. Er volgde een periode waarin ik nauwelijks mensen zag of sprak.

Ik voelde me geïsoleerd, maar dacht: dit gaat me helpen. Tot er een maand later niets was veranderd. En de maand daarna ook niet. Ik raakte in paniek. Waarom word ik niet beter? Hoe lang gaat dit nog duren? Ik nam toch genoeg rust?

Een burn-out accepteren

Maar dat deed ik helemaal niet. Ik werkte weliswaar minder uren, maar was niet volledig gestopt. ‘Sommigen gaan eerst nog tig keer op hun gezicht, voordat ze hun burn-outklachten kunnen accepteren. Volgens mij ben jij er ook zo een, zei mijn psycholoog al in onze eerste sessie.

Ze had gelijk. Ik was nog keihard aan het vechten tegen het label burn-out. Het paste niet bij mij. Ik wilde het niet. Ik ben nou eenmaal iemand die ambitieus is, gedreven, ongeduldig en perfectionistisch, altijd op zoek naar die nieuwe thrill of uitdaging.

Zolang ik maar in beweging ben. Ik heb de wil niet om te niksen, me stierlijk te vervelen. Expert te worden in mediteren of te excelleren in yin yoga. Ik hou van koffie, niet van smaakloze decafé. Of van nee zeggen. En al helemaal niet van dingen doen zonder nut of doel.

Taboe

Op het krijgen van een burn-out rust nog altijd een stigma, aldus Jorien Spruit. ‘Ik merk het in de klinische praktijk: het wordt gezien als “falen” en “niet mee kunnen komen”, wat weer wordt gezien als taboe.’ Ja, zo voelt dat voor mij ook. Iedereen om mij heen lijkt onverwoestbaar, waarom val ik dan om?

Spruit vindt het belangrijk dat de signalen die kunnen wijzen op een burn-out meer bekendheid krijgen: ‘Veel mensen lopen te lang door met burn-outklachten omdat ze niet weten wat er speelt, maar ook omdat ze zichzelf onvoldoende serieus nemen.

Ze vergelijken zich met anderen die ogenschijnlijk nergens last van hebben. Minder schaamte en meer openheid creëert bewustwording, waardoor mensen sneller kunnen ingrijpen.’

Burn-outklachten forceren verandering

Nadat ik op een dag met extreme hoofdpijn van een event was thuisgekomen, waarop drie dagen volgden waarin ik nauwelijks licht en geluid kon verdragen, was zelfs voor mij de maat vol. Ik kon er niet meer onderuit.

‘Een burn-out dwingt je om je gedrag aan te passen en na te denken over hoe je je leven leidt. Burn-outklachten zijn een waarschuwing van je lichaam,’ zegt psycholoog Thijs Launspach. Hij spreekt, traint en schrijft over stress en overbelasting en schetst de voor mij harde waarheid.

‘Deze overbelasting van je brein lap je niet op met een maandje Italië, wat yoga en cafeïnevrije thee. Het is het besef dat je oude manier van leven niet meer voor je werkt en een noodgedwongen manier om verandering te forceren.’

Je hebt wél een keuze

Terwijl ik op het balkon voor me uit zat te staren, ging ik alles bij mezelf na. Hoe had ik het zo ver kunnen laten komen? Hoe kon ik zo blind zijn? Inmiddels is me duidelijk dat ik veel burn-outklachten gewoonweg niet opmerkte. Plus die ijzeren wilskracht – die hielp ook niet echt mee.

Volgens Launspach zouden mensen hun leven zo moeten inrichten dat ze tijd hebben om te luisteren naar hun lichaam. Dus los van dingen als gezond eten, sporten en genoeg slaap, betekent goed voor jezelf zorgen volgens hem ook: weten wat er met je gebeurt als je te druk bent. Wat zijn je specifieke stress-signalen?

Ook Spruit benadrukt het belang van stilstaan en bewustwording. ‘Juist in deze wereld waarin iedereen superdruk is. Die drukte hebben we uiteindelijk zelf gecreëerd. We kunnen dus zelf bepalen of we daarin meegaan, of stoppen en reflecteren. We hebben hierin een keuze.’

Stress-signalen

Leren luisteren naar mijn lichaam blijkt voor mij een voorwaarde om te kunnen bepalen waar mijn grenzen liggen en die ook aan te geven. Dat deed ik nooit. Ik zag de druk op mijn borst, de spanning in mijn lijf en de hyperventilatie als obstakel in plaats van alarmerend signaal.

Minder moe, meer energie
Training

Minder moe, meer energie

  • Inspirerende sessies voor meer inzicht in je vermoeidheid
  • Tools om je energie weer op te bouwen
  • Met gezondheidszorgpsycholoog Annemarieke Fleming
Bekijk de training
Nu maar
55,-

‘Als je die stresssignalen eenmaal bij jezelf herkent, deel ze dan met mensen om je heen en geef ze toestemming om in te grijpen als het misgaat,’ adviseert Launspach. Want stress heeft volgens hem ook neurologische gevolgen.

‘Het lastige aan stress is dat je op een gegeven moment minder goede beslissingen kunt nemen over je eigen welzijn. Je komt in een overlevingsstand waarin je allerlei signalen negeert en dat kun je lang volhouden.

Maar er is natuurlijk een grens. Je kunt niet jarenlang doorgaan in een noodtoestand. Het eindstation is de burn-out: het moment dat je lichaam aan de noodrem trekt.’

Wat wil ík?

Volgens Launspach leven we te veel op de korte termijn en vragen ons vrijwel nooit af hoe lang – en óf – we onze drukke manier van leven wel volhouden.

‘Maar het draait niet alleen om de doelen en targets van deze week. We moeten op zoek naar een manier van werken en leven die ook op de lange termijn werkt: de komende twintig tot dertig jaar.’

Daarom moeten mensen gedurende hun carrière leren om zichzelf te sparen. Launspach: ‘Het idee dat we af en toe gas terug moeten nemen, zit alleen niet echt in onze westerse cultuur.

We moeten ons best doen, alles uit onszelf halen. We krijgen complimenten voor de dingen die we goed doen, dus het is makkelijk om te denken: ik ben pas de moeite waard als ik bijzondere dingen bereik. Dan mag ik er pas zijn als mens.’

Voorheen dacht ik hier nooit over na. Ik was me er helemaal niet zo van bewust dat naast deadlines en werkdruk, ook mijn psyche een grote rol speelt bij het ontstaan van mijn burn-outklachten.

Toen ik ervoer dat een enkele gedachte al kon resulteren in hyperventilatie, werd dit me akelig duidelijk. Ik was een held in het perfect aanvoelen wat een ander nodig heeft en speelde hierop in, maar vergat mezelf compleet.

Leerzame periode

Tien maanden later ben ik er nog niet, maar het gaat de goede kant op. Boodschappen doen voelde maandenlang als de Olympische Spelen; inmiddels gooi ik op mijn gemak mijn mandje vol.

De prikkels van het Amsterdamse verkeer kan ik ook steeds beter hanteren. Maar pleinen vol krioelende mensen ontwijk ik liever, net als volle restaurants en trams tijdens piekuren. Mijn sociale agenda is nog altijd grotendeels leeg.

Mijn burn-outklachten hebben me uiteindelijk ontzettend veel geleerd, met name dat ik beslist iets moest veranderen. Ik werk weer twee dagen in de week, maar bedenk tegenwoordig voor ik een opdracht aanneem: word ik hier blij van, krijg ik er energie van? In plaats van alleen maar: o, dit kan ik wel, dus ik doe het. Ik zeg dus vaker ‘nee’ – hoe moeilijk ik het nog steeds ook vind om anderen teleur te stellen.

Natuurlijk ben ik mijn ambitie en gedrevenheid niet verloren en stap ik soms in dezelfde valkuilen door mijn ongeduld. Maar mijn ‘voelsprieten’ staan nu meer naar binnen toe gekeerd, met volle focus op mezelf.

Krijg ik het spontaan warm, of plots hoge adem of druk op mijn middenrif? Dan kies ik voor mezelf, zeg af of ga naar huis. Op zo’n moment zegt mijn lichaam: tot hier en niet verder. En ik ben eindelijk bereid ernaar te luisteren.

Bronnen: T. IJzermans, C. Dirkx, Beren op de weg, spinsels in je hoofd. Omgaan met emoties op het werk: de Rationele effectiviteits training, Thema, 2012 / T. Launspach, Fokking druk. Het ultieme anti-stressboek, Spectrum 2018 / S. Chetty e.a., Stress and glucocorticoids promote oligodendrogenesis in the adult hippocampus, Molecular Psychiatry, 2014 / I. Houtman e.a., Arbobalans 2018. Kwaliteit van de arbeid, effecten en maatregelen in Nederland, TNO Leiden, 2019