werk & loopbaan
Afgelopen september werd Paulien Bongers aangesteld als ‘bijzonder hoogleraar preventie van klachten aan het bewegingsapparaat’ aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. In haar oratie rekende Bongers af met nogal wat vragen en vage meningen rondom RSI. De belangrijkste vier op een rijtje.
Is RSI niet een beetje een
vergaarbak van klachten?
Het is op zich vreemd om duidelijk verschillende aandoeningen, zoals een tennisarm en nekklachten, allemaal op een hoop te gooien. Ik pleit ervoor om duidelijk onderscheid te maken tussen specifieke aandoeningen en aspecifieke klachten. Wel moeten mensen met aspecifieke klachten net zo serieus genomen worden, en niet worden opgezadeld met het predikaat ‘ingebeelde ziekte’ of ‘vage klachten’.
Komt het allemaal door stress?
Een hoge werkdruk en stress leiden tot een twee keer zo hoog risico op RSI-klachten. Maar in combinatie met die stress speelt ook lichamelijke belasting een belangrijke rol.
Lopen plichtsgetrouwe werknemers en perfectionisten meer risico?
De beschikbare gegevens wijzen er vooralsnog niet op. Er is slechts één onderzoek waaruit blijkt dat persoonlijkheid een rol speelt: mensen met een vermijdende stijl van probleemoplossen en een negatieve instelling, hebben een grotere kans RSI te ontwikkelen.
Komt RSI vaker voor bij vrouwen?
Vrouwen hebben ruim anderhalf tot twee
keer zoveel kans op klachten dan mannen. Dat komt onder andere doordat vrouwen vaak meer monotoon en repeterend werk hebben. Bovendien lijken vrouwen minder makkelijk te ontspannen: na het werk zijn er meer stresshormonen in hun lijf aanwezig en is hun spierspanning hoger.