Iemand uit Jemen die vlak voor je komt staan, in je gezicht ademt en je arm vastpakt. ‘Too close for comfort’ en je deinst terug. In zijn ogen is dat heel afstandelijk en hij voelt zich verplicht een stapje naar voren te doen, wat jij weer compenseert met een stapje naar achteren. Zo kun je samen het hele vertrek door walsen en een behoorlijke hekel aan elkaar krijgen.
Of deze: een Japans metrostation waar speciale medewerkers passagiers in overvolle metrowagons persen, omdat anders de deuren niet dicht kunnen. Of andersom, twee Noorse wandelaars die elkaar midden in een groot, verlaten bos tegenkomen en besmuikt groeten, zich half verontschuldigend voor hun aanwezigheid.
Kennelijk zijn er in dit opzicht grote culturele verschillen. Hier in het noordwesten van Europa zijn we gesteld op afstandelijkheid, ook al zijn we soms jaloers op de warme omgangsvormen van andere culturen. Zo voelt het daadwerkelijk uitvoeren van de opdracht van vorige maand om pal naast een vreemde te gaan zitten in een verder lege bus, voor beide partijen ongemakkelijk. Een beperkte ruimte verdeel je doorgaans gelijkelijk en jouw glas neerzetten op andermans tafelhelft – ook een opdracht van vorige maand – is een duidelijke inbreuk op de privacy van